Gepubliceerd 13 juni 2023

WVLO viert de ‘wendbare vakmens’ met event

‘Wendbaar vakmensschap als nieuwe basiscompetentie’

De wendbare vakmens is iemand die zich continu blijft en vooral wíl blijven ontwikkelen, om zich aan te kunnen passen aan een veranderende omgeving. Zo’n medewerker, die wil iedere werkgever wel. Maar wat vraagt dit van een bedrijf of organisatie? Het mbo-project Wendbaar vakmanschap in lerende organisaties haalt na 4 jaar de oogst binnen. Met het inspirerende evenement Beleef Wendbaar Vakmensschap, op 8 juni bij Aeres MBO in Leeuwarden waar zo’n 100 geïnteresseerden op af kwamen. Zowel vanuit het bedrijfsleven, als andere onderwijsinstellingen en overheden. Over inzichten, valkuilen en mijlpalen. En over het belang van samenwerken.

Waar men eerder nog sprak over de ‘medewerker van de toekomst’, ging het toen vooral om het aanpassingsvermogen van werknemers die voor de volgende automatiseringsslag stonden. Maar die ‘toekomst’, die is nú. En over alleen automatisering gaat het al lang niet meer. Want willen we niet allemaal dat onze medewerkers kunnen anticiperen op élke verandering in een organisatie, bedrijf en maatschappij in het algemeen? Met die gedachte introduceerden de initiatiefnemers, afkomstig uit bedrijfsleven, netwerken en onderwijs in Friesland, een nieuwe term: wendbaar vakmanschap. Een project dat alleen kans van slagen heeft als zowel bedrijfsleven als onderwijs er vol voor gaan. Want een student die volledig ‘wendbaar’ in een bedrijf terechtkomt waar geen ruimte is voor ontwikkeling, heeft weinig werkplezier in het verschiet. Dit geldt ook voor medewerkers die zich ontwikkelen tot wendbare vakmensen. En de werkgever? Die ziet dat talent vervolgens snel afzwaaien.

Vakménsschap

De ‘WVLO-aanpak’ wordt breed ingezet: van in-company ontwikkeltrajecten voor productieteams en trainingen voor leidinggevenden, tot bedrijfsopdrachten in het onderwijs en zelfs een compleet nieuwe opleidingsmethode. Onderwijs en bedrijfsleven komen aanzienlijk vaker bij elkaar over de vloer dan vier jaar geleden. En nu vier jaar later blijkt dat ook dit initiatief met de tijd moet meegaan, en we onmogelijk de helft van de mensheid kunnen uitsluiten, spreken we voortaan van wendbaar ‘vakmensschap’.

Mijlpaal: kwalificatiedossier erkent wendbaarheid als competentie

Wendbaar vakmensschap mag voor menigeen nog een beetje vaag klinken; in het onderwijs en bedrijfsleven wordt het steeds meer gezien als een basisvaardigheid. Projectleider Arry Verhage geeft trots aan dat deze relatief nieuwe term ook landelijk is opgepakt. Met als resultaat de opname van WVLO in het kwalificatiedossier voeding dat mbo-opleiders moeten hanteren. “Vanaf 2024 is wendbaar vakmensschap één van de competenties waarover een student moet beschikken. Daarmee kunnen we stellen dat deze kwaliteit een must is voor de toekomst.”

De WVLO-aanpak in het onderwijs: ‘Student geeft zelf richting aan opleiding’

Onder leiding van dagvoorzitter Koos Oosterhaven (Hogeschool Van Hall Larenstein) en Goedele Geuskens (onderzoeksbureau TNO) gaan onderwijs, netwerk en bedrijfsleven in drie rondes het gesprek aan. Wie is die wendbare vakmens? Is het echt de ideale medewerker? En wat vraagt dit, in dit geval van het onderwijs? Bij MBO Life Sciences, een samenwerkingsverband tussen Aeres MBO en Firda uit Leeuwarden, veegden ze de traditionele onderwijsmethode afgelopen jaar van tafel. En gooiden de docenten van de afdelingen Food Innovation en Water, Aarde en Klimaat (WAK) het over een andere boeg. De opdrachten vanuit het bedrijfsleven bepalen de invulling van het curriculum. Coachend onderwijs, met de student in de lead.

‘Doordat je je eigen keuzes maakt, ben je extra gemotiveerd in de opleiding.’

– Melissa de Bruin, Student Water, Aarde en Klimaat

“Dit vraagt veel van zowel docent als student”, geeft docent Tsjollyn Kuperus (Food Innovation) aan. “Vooral in het begin was het een kwestie van loslaten. Maar ik zou nooit meer terug willen!” Docent Gerjan Scheper (WAK) valt haar bij: “Je staat niet voor de klas je verhaal te vertellen, terwijl de student achterover leunt. Het zijn nu meer een-op-eensessies, afgestemd op de behoefte van de student.”

Ook student Melissa de Bruin is enthousiast over de nieuwe onderwijsmethode. “Je geeft zelf je leerdoelen en interesses aan. Doordat je je eigen keuzes maakt, ben je extra gemotiveerd in de opleiding.” Scheper vat het goed samen: “Deze hybride leeromgeving leert de student initiatief nemen, en te anticiperen op onverwachte situaties. Zo komen ze op oplossingen die ik zelf niet had kunnen bedenken. Tot slot geeft deze methode de student de mogelijkheid om richting te geven aan de opleiding.”

‘WVLO zet medewerkers in de leerstand’

Voor het tafelgesprek met netwerkorganisaties schuiven Anneke Post van Mobiliteitsnetwerk Noord-Nederland en Esther Wouters van CIV Groen en Kennisbank Food aan. Eerstgenoemde vertegenwoordigt een groot netwerk van HR-specialisten. Wat wendbaar vakmensschap zo bijzonder maakt voor ‘haar’ bedrijven? “Het project heeft ontzettend geholpen bij het in de leerstand zetten van onze medewerkers. Dat is één, maar het management moet ook meegaan in deze ontwikkeling: door deze medewerkers aan je te binden, houd je ze duurzaam inzetbaar. We hebben wat dat betreft het tij mee: de arbeidsmarktkrapte is zo groot dat we op andere manieren moeten kijken naar oplossingen. Door werk anders in te richten, bijvoorbeeld. De wendbare medewerker is daarin een oplossing.”

Esther Wouters voegt daaraan toe: “Het is een urgente kwestie. Met alleen het verhaal vertellen ben je er niet. Je moet er echt in gelóven. En samen blijven ontdekken hoe het werkt en hoe juist niet.” Gesprekleidster Geuskens concludeert: “Na vier jaar is de awareness er: de wendbare vakmens ís nodig en dat kan niet zonder een organisatie die dat faciliteert. De volgende stap is een brede implementatie.” Het onderwijs kan volgens de tafelgasten hierin bijdragen om in het vervolg de WVLO-implementatie ook echt te toetsen.

Wendbaar vakmensschap is: van elkaar leren

Werkgevers die de wvlo-aanpak in de praktijk hebben ondervonden, schuiven in de laatste gespreksronde aan. Peter Kloosterman (Vitens) en Bart Hakbijl (Holiday Ice) zijn enthousiast. Kloosterman: “Binnen onze afdeling leiden de mensen elkaar op. De ervaren vakmensen laten we participeren in de opleiding, zodat de daadwerkelijke docent het leerproces alleen hoeft te begeleiden. Het effect is lastig meetbaar, maar je merkt het aan de sfeer op de afdeling. Problemen worden breder door de organisatie opgepakt en gezamenlijk opgelost.” Hakbijl kan zich daar helemaal in vinden: “Vóór we volgens de WVLO-methode werkten, was vragen stellen geen optie. Dan had je maar beter moeten opletten. Maar nú stellen onze mensen elkaar de vragen; ze lossen het samen op. Dat is ontzettend mooi om te zien.”

Ridsert Altenburg is werkzaam bij Royal Steensma. Hij volgde de Leiderschapstraining, een opleiding van Bakery Sweets Center en Aeres Training Centre, ingericht volgens de principes van WVLO. “Ik geloof er echt in dat we samen meer kunnen dan alleen. Maar als je deze aanpak wilt implementeren in een bedrijf, dan moet je iedereen mee hebben. Van werkvloer tot management. Directief bedrijfsvoeren is niet meer van deze tijd. Sta open en leer van elkaar!” Kloosterman knikt: “Laat mensen meer naar elkaar toestappen. Zoek elkaar op. Zorg dat het netwerk ook bínnen het bedrijf gaat draaien.” Hakbijl sluit af met een tip voor de projectleider: “Vergeet ook zeker niet de huidige kennisdragers mee te nemen in de methodiek. Er zit nog zóveel kennis in de bedrijven. Zorg ervoor dat die kennis in het onderwijs terechtkomt.”

Belevingsmarkt met 10 WVLO-projecten: van retourbroodproject tot versnelde opleidingen

Na de ‘talkshow’ gaat het publiek – met circa 100 deelnemers – in de benen. Diverse routes zijn uitgestippeld langs in totaal tien aan WVLO verbonden projecten en initiatieven. Zoals het project rondom de opwaardering van retourbrood, waarbij studenten op verzoek van het bedrijfsleven (Bakery Sweets Center) met een oplossing kwamen voor het gigantische overschot aan dagvers brood in de winkels. Met een speciaal enzymatisch proces wordt uit het brood een soort versuikerde pasta verkregen, die kan dienen als suikervervanger. In koek, cake, ijs, stroop, yoghurt, noem maar op. Student Lieuwe toont samen met Folkert Reitsema van Bakkerij Molkwar de ontbijtkoek die hij die ochtend bakte met de broodpasta. En student Anoeska van de Witte maakte er smakelijke scones mee. Verder gaat de route langs Sandra Berenpas van Stichting Ontwikkelingsfonds Levensmiddelenindustrie (SOL). Zij spoort ondernemers aan om invulling te geven aan de lerende organisatie die zo belangrijk is voor het realiseren van wendbaar vakmensschap. Daartegenover staat een mooie subsidie uit het Food in Transitie 2030-programma. De mogelijkheden hierin wekken een positieve indruk bij haar toehoorders.

Jolanthe Gerrits-van Loon vertelt bij de stand van Aeres Training Centre over de mogelijkheden voor versnelde opleidingen. Dat kan in company, maar ook bij Aeres zelf op locatie. “Ga je bijvoorbeeld voor de opleiding Operator, dan is het lastig om te oefenen met een machine op de eigen bedrijfsvloer. In onze ruimte staat een verpakkingsmachine waarop getest mag worden. Hoe vervang je een wikkel of wat gebeurt er met de luchtvochtigheid in een product als je dit ventiel losdraait?” Verder komen enkele andere WVLO-successen aan bod, zoals de handige digitale gereedschapskist voor docenten en de LLO-methode (Leven Lang Ontwikkelen) binnen het mbo.

Ook Katapult gelooft in WVLO en kent subsidie toe

Tijd om te recapituleren. Projectleider Verhage geeft aan dat WVLO na vier jaar niet stopt. “Integendeel. We hebben de afgelopen jaren benut om invulling te geven aan de woorden ‘wendbaar vakmensschap in lerende organisaties’. En kwamen tot de ontdekking dat het een niet zonder het ander kan. Daarom spreken we voortaan van wendbaar vakmensschap dóór lerende organisaties. Die focus op de lerende organisatie versterken we verder. En we maken de wvlo-aanpak concreet door opleidingen en bedrijfsleven nóg meer samen te laten optrekken. Onder andere door het opzetten van een pilotplant rondom het retourbroodproject. Voor het doorontwikkelen van WVLO hebben we zeer recent vanuit Katapult een subsidie toegekend gekregen. Dat biedt ons ruimte en mogelijkheden om te kijken wat we nóg meer kunnen bereiken.”

Ook aan de slag met WVLO? Neem contact op met projectleider Arry Verhage, a.verhage@sol-online.nl.

Tekst: Clara Bloemhof | Foto’s: Marjo Vonderman, Clara Bloemhof

Deel dit bericht

Meer lezen?